Categorie archief: Financieel

Eindejaar tips – 2017

In deze tips is zo veel mogelijk rekening gehouden met de plannen van het kabinet voor volgend jaar. Een aantal van deze plannen zijn echter nog niet definitief, omdat ze nog door de Tweede en Eerste Kamer moeten worden goedgekeurd. Daarnaast wordt ingegaan op de fiscale maatregelen, zoals aangekondigd in het Regeerakkoord van het Kabinet Rutte III. Ook deze plannen zijn nog niet goedgekeurd !

Einde jaar tips – 2017 Download

Wet ter voorkoming van Witwassen en het Financieren van Terrorisme (WWFT)

Vorige week een interessant lezing bijgewoond bij Koeleman Accountants door mr. L de Haan van het Bureau Financieel Toezicht (BFT) over de WWFT
WWFT staat voor de Wet ter voorkoming van Witwassen en het Financieren van Terrorisme. Hierbij werd een nadere uiteenzetting gegeven over het toezicht  door het BFT op de naleving van de verplichtingen uit hoofde van de WWFT.

In de praktijk is namelijk gebleken dat accountants en administratiekantoren moeite hebben om hier op de juiste wijze mee om te gaan. Naast een theoretisch uiteenzetting werd een behoorlijk deel  van de lezing aangewend met praktijkvoorbeelden.

Je hebt dus blijkbaar als Administratiekantoor ook een meldingsplicht indien je een z.g. ongebruikelijke transactie waarneemt. Doe je dat niet dan riskeer je een boete.
Loonbelastingfraude, te hoge kassaldo’s, contante leningen, contante transacties
(> € 25.000,–) contante stortingen enz.

Het BFT houdt met name door het doen van onderzoeken, toezicht op het werk van notarissen, gerechtsdeurwaarders en enkele WWFT-plichtige beroepsgroepen, zoals accountants en administratiekantoren.

Als toezichthouder draagt het BFT bij aan de rechtszekerheid en de integriteit van het financiële stelsel in Nederland. Het BFT valt onder verantwoordelijkheid van het Ministerie van Financiën en het Ministerie van Veiligheid en Justitie. De toezichthouders bij het BFT zijn juristen en accountants.

Notarissen
Het BFT houdt op grond van de Wet op het notarisambt toezicht op de financiën van een notaris en op de kwaliteit en integriteit van notarissen, toegevoegd notarissen en kandidaat-notarissen. Het BFT controleert bijvoorbeeld of de gelden van cliënten die aan een notaris zijn toevertrouwd, op een juiste wijze worden bewaard. Daarnaast controleert het BFT de financiële administratie van een notaris. Ook houdt het BFT toezicht op de kwaliteit van de werkzaamheden en op de integriteit van de notaris, toegevoegd notaris en kandidaat-notaris.

Gerechtsdeurwaarders
Het BFT houdt op grond van de Gerechtsdeurwaarderswet toezicht op het beheer van gelden die een gerechtsdeurwaarder van debiteuren heeft ontvangen. Daarnaast controleert het BFT de financiële administratie van een gerechtsdeurwaarder.

WWFT-plichtigen
Tot slot ziet het BFT toe op de naleving van de WWFT onder meer bij de vrije beroepsbeoefenaren (kandidaat-) notarissen, advocaten, belastingadviseurs en openbare accountants. De wet verplicht genoemde vrije beroepsbeoefenaren onder meer om op juiste wijze hun cliënten te identificeren. Het BFT controleert of dat goed gebeurt.

De toezichthouders van het BFT bezoeken notarissen, gerechtsdeurwaarders en WWFT-plichtigen afhankelijk van geconstateerde risico’s in de uitoefening van hun werk. Een toezichthouder gaat op grond daarvan een gesprek aan met de professional en controleert bijvoorbeeld interne procedures en dossiers.

Het BFT treedt waar nodig op als een partij zich niet aan de voor zijn beroep geldende wetten en regels houdt. Daartoe kan het BFT bijvoorbeeld een boete of dwangsom opleggen of een klacht indienen bij de bevoegde tuchtrechter.

Werkwijze
Het BFT is aangewezen  als één van toezichthouder op de naleving van de bepalingen ingevolge de anti-witwasregelgeving in Nederland: de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (WWFT) (voorheen de Wet identificatie bij dienstverlening (Wid) en Wet Melding ongebruikelijke transacties (Wet Mot)). Het BFT is belast met het toezicht op (kandidaat-) notarissen en toegevoegd notarissen, belastingadviseurs, registeraccountants, accountants-administratieconsulenten, dan wel degene die anderszins zelfstandig onafhankelijk beroeps- of bedrijfsmatig daarmee vergelijkbare activiteiten verricht, zoals administratiekantoren, belastingadviseurs en bedrijfseconomische adviseurs.

Het toezicht van het BFT is gebaseerd op een driesporenbeleid:

  • het verhogen van de bewustwording rond wet- en regelgeving, (witwas-)risico’s en het belang van terrorisme- en witwasbestrijding (middels artikelen en presentaties);
  • de naleving van wet- en regelgeving bevorderen via beroepsorganisaties en –verenigingen al dan niet via peer-reviews (intercollegiale toetsing);
  • door middel van eigen reguliere en risicogerichte onderzoeken de naleving van wet- en  regelgeving door bovengenoemde professionals te toetsen

Toetsingskader
Voor het uitoefenen van het toezicht is het nodig dat het toetsingskader helder is. Het BFT is toezichthouder. De normen voor het toetsingskader worden met name bepaald door de wet- en regelgevers en de tuchtrechter.

De WWFT is naast algemene verplichtingen gebaseerd op twee belangrijke pijlers, namelijk: het cliëntenonderzoek en de meldingsplicht. Het begrip cliëntenonderzoek is ruimer dan het louter identificeren van de cliënt. Het gaat met name om:

  • Verificatie van de identiteitsgegevens van de cliënt;
  • Indien van toepassing, identificatie en verificatie van de uiteindelijk belanghebbende of UBO (‘ultimate beneficial owner’);
  • In kaart brengen van  de eigendoms- en zeggenschapsstructuur van de cliënt;
  • Vastlegging van risicobeleid, risicoprofielen, cliëntenacceptatie bij PEP’s;
  • Personeel moet op de hoogte zijn van wet- en regelgeving en inzicht verwerven in het herkennen van ongebruikelijke transacties;
  • (Voortdurende) monitoring van de zakelijke relatie gericht op het risicoprofiel van de cliënt en in voorkomend geval onderzoek naar de bron van het vermogen.

Het cliëntenonderzoek kan worden afgestemd op het risico dat een bepaalde cliënt, zakelijke relatie, product of transactie met zich meebrengt. Dit betekent in de praktijk meer aandacht voor situaties waarbij sprake is van een hoger risico op witwassen en/of terrorismefinanciering. In zogenaamde laag risico situaties – cliënt is bijvoorbeeld een beursgenoteerde onderneming of een 100% dochtermaatschappij daarvan – kan een vereenvoudigd cliëntenonderzoek plaatsvinden. In situaties die een hoog/hoger risico vormen, zoals bijvoorbeeld een PEP-cliënt of wanneer een cliënt fysiek niet aanwezig is voor identificatie, is verscherpt cliëntenonderzoek verplicht.

Van belang is verder dat onder het regime van de WWFT de onder toezicht gestelde instelling verplicht is tot het ontwikkelen van interne procedures en controles ter voorkoming van witwassen en het financieren van terrorisme alsmede zorg te dragen voor een adequate opleiding van haar werknemers.

Is het nodig om een zakelijke bankrekening af te sluiten ?

Een privérekening is tenslotte gratis. De bankrekening(en) die je gebruikt voor je bedrijf kunnen beter zakelijke rekening(en) zijn. Over het algemeen is een betaalde zakelijke rekening goedkoper dan een gratis privérekening. Wat zijn nu belangrijke redenen en afwegingen om toch een zakelijke rekening te openen:

Veel banken verbieden zakelijk gebruik van een privérekening
Dit staat in hun voorwaarden. Logisch ook, een privérekening is gratis. Het is niet de bedoeling dat je bovenop je privétransacties ook zakelijke transacties heen laat lopen. Als je zakelijk gebruik maakt van de betreffende bank, moet je meestal gewoon een zakelijke rekening openen waar je naast de maandelijkse kosten ook betaalt per transactie. Sommige banken staan zakelijk gebruik van een privérekening overigens wel toe.

Het geeft inzicht
Het hebben van een zakelijke bankrekening is fiscaal gezien niet verplicht. Maar de fiscus stelt wel als eis dat je boekhouding overzichtelijk en controleerbaar moet zijn. Wanneer je zakelijke- en privétransacties over één rekening laat lopen, dan raak je het spoor al snel (volledig) bijster. Je hebt dan totaal geen inzicht en overzicht meer en het kost je uiteindelijk veel tijd en dus geld om de boel weer uit te zoeken. Als je dit klusje overlaat aan je boekhouder kan het behoorlijk in de papieren lopen, want het uitzoeken van soms vele duizenden transacties kost veel tijd. Soms zeggen ondernemers dan: Ja, maar dan open ik toch een extra privérekening ? In theorie kan dat, maar ook dat pakt vaak duurder uit.
Als je bedrijf heel klein is, dan kun je er in theorie soms voor kiezen om je zakelijke transacties over je privé rekening te laten lopen, maar meestal start je een bedrijf met de intentie om er een zakelijk succes van te maken. Het aantal transacties neemt dan al snel toe. Omdat het hebben van een zakelijke rekening nu ook weer geen vermogen kost kan je beter gelijk goed te starten.

Een zakelijke bankrekening kun je koppelen aan je boekhoudprogramma
Dankzij een koppeling tussen je boekhouding en de bank, worden alle banktransacties dagelijks automatisch naar je boekhouding gestuurd. Daarmee voorkom je dat alle banktransacties stuk voor stuk overgetypt moeten worden in je boekhouding. Dat bespaart heel veel tijd en geld. Omdat boekhoudprogramma’s steeds moderner worden, worden transacties soms al automatisch herkend. Dat bespaart dus nog meer tijd en geld. Niet alle banken kunnen overigens met alle boekhoudprogramma’s gekoppeld worden. Dus wel even checken van te voren.

Een zakelijke bankrekening biedt heel veel belangrijke extra mogelijkheden
Als je werkt met een online winkelwagen, je wilt automatisch incasseren, je hebt een zakelijke creditcard nodig, je wilt lening afsluiten of je wilt klanten de mogelijkheid bieden om te pinnen; dan heb je een zakelijke rekening nodig. Al deze opties helpen je om je bedrijf verder te automatiseren, zodat je met meer gemak inkomen genereert.

Het staat professioneel om een bankrekening op naam van je bedrijf te hebben
Het oogt tot slot professioneler om een rekening op naam van je bedrijf te hebben. Klanten kunnen de factuur dan betalen aan het bedrijf en niet aan jou privé.

Wat zijn de regels rondom het nulurencontract?

Wanneer geef ik mijn personeel een nulurencontract?

Een medewerker in dienst nemen, zonder dat je een uren-afspraak met hem maakt. Dat kan met het nulurencontract. Wat houdt deze contractsoort precies in?

Nulurenovereenkomst (oproepovereenkomst)
In een nulurenovereenkomst spreek je af dat je werknemer alleen werkt als jij hem oproept of inroostert. Je werknemer heeft dus geen gegarandeerd loon. Er is geen (minimum) arbeidsduur, de werktijd kan in principe variëren van 0 tot 40 uur per week.

Voor een nulurenovereenkomst geldt:

  • De werknemer moet aan het werk als je hem oproept.
  • Je betaalt alleen loon voor daadwerkelijk gewerkte uren, met een minimum van drie uur. Als je een kracht voor maar één uur nodig hebt, moet je toch drie uur betalen.
  • Je kunt een werknemer na drie maanden niet ineens veel minder uren oproepen en uitbetalen als hij daar niet mee instemt. Een werknemer die regelmatig wordt opgeroepen, kan namelijk na drie maanden volgens de wet een beroep doen op een ‘rechtsvermoeden’ over de omvang van de arbeid en een arbeidsovereenkomst claimen van de gemiddelde arbeidsomvang van de afgelopen drie maanden. Kun je dat niet weerleggen, dan ben je verplicht het salaris te betalen over de gemiddelde arbeidsomvang van de afgelopen drie maanden.
  • Een nulurenovereenkomst kan voor bepaalde of onbepaalde tijd zijn.

Ontslag, verlof en ziekte

Je kunt een werknemer met een nulurencontract weliswaar per opdracht inzetten, maar het is geen zelfstandige. Ook als je ze niet inzet, blijven deze werknemers bij je in dienst. Als je iemand niet meer nodig hebt, zul je deze persoon actief moeten ontslaan. Niet meer inroosteren heeft geen effect op het contract.

  • De status als werknemer zorgt er ook voor dat hij beschermd is tegen een verlies van inkomen bij ziekte.
  • Een werknemer die ziek wordt terwijl hij is ingeroosterd of wordt opgeroepen, heeft recht op minimaal 70 procent van het loon voor de afgesproken periode.
  • Je werknemer heeft recht op een vakantietoeslag van 8 procent van het bruto salaris. Meestal wordt dit direct in het loon verwerkt.
  • Je werknemer heeft naar rato van het aantal gewerkte dagen recht op betaalde vakantiedagen. In de praktijk betalen ondernemers bij een nulurenovereenkomst de vakantiedagen direct uit, verwerkt in het loon.

Regelgeving tijdelijke arbeidscontracten

Verder is in de regelgeving over tijdelijke arbeidscontracten relevant. Dit geldt voor alle tijdelijke arbeidscontracten, dus niet alleen voor nulurencontracten. Een tijdelijk contract gaat automatisch over in een vast dienstverband in de volgende situaties:

  • Na drie tijdelijke arbeidscontracten die telkens direct of binnen zes maanden na elkaar zijn afgesloten, is het vierde arbeidscontract automatisch een vast dienstverband.
  • Als tijdens het tweede of volgende contract de duur van 24 maanden wordt overschreden, verandert dit tijdelijke contract automatisch in een vast dienstverband. De periode tussen contracten mag maximaal zes maanden zijn.

Let op! Sinds 1 juli 2015 is deze ketenregling 24 maanden (in plaats van 36 maanden en zes maanden tussenpozen in plaats van drie maanden) door aanpassingen in het kader van de Wet Werk en Zekerheid, en per 1 januari gelden nog een aantal nieuwe regels voor tijdelijke contracten, die dus ook gelden voor nulurencontracten.

Zakelijk lunchen, hoe zit het met de btw en kosten?

Als zzp’ers gaan lunchen of een terrasje pakken, wordt vaak ten onrechte de btw teruggevraagd en worden de kosten verkeerd in de administratie geboekt. Aan het eind van het jaar worden ze dan vervolgens door de boekhouder op de vingers getikt.

Wanneer zijn kosten zakelijk?
Zakelijke kosten zijn kosten die binnen redelijke grenzen nodig zijn voor de uitoefening van je bedrijf of kosten die rechtstreeks op je bedrijf betrekking hebben. Bij het beslissen of iets zakelijk is of niet, is het belangrijk dat aannemelijk gemaakt kan worden dat de kosten zijn gemaakt in het belang van je bedrijf. Als je bijvoorbeeld gaat lunchen met een zakenpartner, een (potentiële) klant of een leverancier dan is dit vaak duidelijk zakelijk.

Hoe zit het boekhoudkundig?
De boekhoudkundige verantwoording van een zakenlunch (representatiekosten) bestaat eigenlijk uit twee delen. Het ene deel gaat over de btw en het andere deel gaat over of je de gemaakte uitgaven mag opvoeren als kosten in je winst- en verliesrekening. Om het overzichtelijk te houden zullen we beide onderwerpen hieronder apart behandelen.

Hoe zit het met de btw?
Normaliter mag je btw over zakelijk gemaakte kosten terugvorderen als voorbelasting. In het geval van zakenlunches is de regelgeving net iets anders. Of je de btw mag terugvorderen is afhankelijk van de locatie. Waar nuttig je de lunch?

Lunch op kantoor
Haal je de lunch in een horecagelegenheid en nuttig je deze lunch op kantoor, dan mag je de btw wel terugvorderen van de Belastingdienst.

Lunch buiten kantoor
Lunch en nuttig je in een horecagelegenheid dan mag je de btw niet terugvorderen van de Belastingdienst.

Hoe zit het met de kosten?
In de regel is het zo dat je alle kosten die je bedrijfsmatig maakt, volledig mag aftrekken van de winst. Ondernemers doen dit graag, een lagere winst betekend immers minder belasting betalen. Zakenlunches vallen onder representatiekosten net als het gebruik van genotsmiddelen, het bezoek aan congressen, seminars en studiereizen. Voor representatiekosten (zakenlunches) gelden andere regels dan voor ‘gewone’ bedrijfskosten.

Methode 1: beperkte aftrek en geen drempelbedrag
Bij deze variant mag je 73,5% van de uitgaven opvoeren als kosten voor je bedrijf. 73,5% van de uitgaven mag je dus als kosten boeken in je winst- en verliesrekening. Het restant van de uitgaven (26,5%) mag niet opgevoerd worden als kosten.
Methode 2: drempelbedrag maar daarna volledige aftrek
Tot de drempel van € 4.500,- zijn kosten voor lunches niet aftrekbaar. Haal je deze drempel wel dan mag je over het meerdere 100% van de uitgaven als kosten boeken in je winst- en verliesrekening.
Deze methode  is voor het merendeel van de zzp’ers niet aantrekkelijk. De drempel is simpelweg te hoog, het omslagpunt ligt op ca. *€17.000,– aan kosten. Ieder jaar mag je opnieuw kiezen welke methode je wilt toepassen.

Hoe verwerk ik een zakenlunch in mijn administratie?
De meeste zpp’ers gebruiken dus methode één: ‘beperkte aftrek’. Er zijn drie manieren om de beperkte aftrek te verwerken in je administratie.

Methode 1: elke uitgave handmatig corrigeren
Hierbij splits je elke uitgave (lunch) apart uit. Dit is de meest bewerkelijke methode maar boekhoudkundig gezien wel de meest nette manier van boeken.Stel je luncht voor € 10,- je boekt dan € 7,35 als kosten en € 2,65 privé.

Methode 2: het totaal één keer handmatig corrigeren
Stel je hebt in 2016 vijf keer geluncht voor € 20,-. Het totaal aan zakenlunches komt daarmee uit op € 100,- je boekt dan aan het eind van het jaar één keer € 73,50 als kosten en € 26,50 privé.

Methode 3: geautomatiseerd uitsplitsen en boeken
Er zijn nog weinig boekhoudprogramma’s die uitsplitsing per uitgave geautomatiseerd aanbieden. (verhouding 73,5% kosten / 26,5% privé). De meest efficiënte manier van boeken. Voorbeelden zijn bijvoorbeeld Acumulus en MoneyMonk.

*€4500 / (100% – 73,5% = 26,5%) = €16981,14

Bron: ZZP Barometer

Indien je krap bij kas zit, is een nihil- of onjuiste btw-aangifte geen oplossing.

Bewust een lage(re) omzet in uw btw-aangifte zetten of onterecht een nihil-aangifte btw doen is een misdrijf waar zware straffen opstaan. De Belastingdienst gaat hier in 2016 scherper op toezien en controleren of btw binnen een boekjaar in het juiste tijdvak wordt aangegeven. Aanleiding is de invoering van nieuwe automatiseringssystemen met betrekking tot de controle van de btw-aangifte en het verschuiven van omzet. Wat zijn de aandachtspunten bij het opstellen en indienen van juiste btw-aangiften?

Stel u heeft weinig geld en wilt daarom over een kwartaal een nihil-aangifte of te lage
btw-aangifte doen. Dan betaalt u de btw over dat kwartaal er het volgende kwartaal wel bij en zo betaalt u per saldo genoeg aan de Belastingdienst. Prima toch? Uw adviseur zal dit echter sterk afraden en weigert de nihil-aangifte btw voor u in te dienen. Wat is de reden?

U bent verplicht om iedere maand of kwartaal de aangifte omzetbelasting, ook wel aangifte btw genoemd, in te (laten) dienen. Ook als u tekort geld heeft om de verschuldigde btw over de betreffende periode tijdig te betalen, omdat uw klanten uw facturen niet of te laat betalen. Heel herkenbaar voor de meeste ondernemers.

Lees verder Indien je krap bij kas zit, is een nihil- of onjuiste btw-aangifte geen oplossing.

Wat is dividend en hoe wordt het belast ?

dividendOver het uitgekeerde dividend moet in 2015 en 2016 belasting, dividendbelasting, worden betaald. Soms bestaat er voor deze belasting een vrijstelling, de deelnemingsvrijstelling. Als particulier kunt u de betaalde dividendbelasting ook terugvragen bij de Belastingdienst. Hoe is de belasting op dividend in ons land geregeld? Het maakt verschil of u een particulier, een onderneming bent of de directeur grootaandeelhouder DGA. Dividend is de nieuwe rente, maar levert u vaak veel meer rendement op dan de gewone spaarrente op een spaarrekening.

Wat is dividend?
Dividend is het bedrag dat door een bedrijf aan zijn aandeelhouders wordt uitgedeeld. Dividend kan een geldbedrag per aandeel zijn, maar dividend kan ook in nieuwe aandelen worden uitbetaald waarbij een aantal bestaande aandelen het recht geeft op nieuwe. De waarde hiervan is het stockdividend. Hoe het dividend ook wordt uitbetaald, het is een beloning voor u als aandeelhouder. Zoals een obligatie couponrente geeft kan een aandeel dividend geven. Maar het is nooit van te voren zeker of een dividend zal worden uitbetaald in een jaar
en hoeveel dat zal zijn. Deze bedragen gaan namelijk van de winst af en worden alleen maar uitbetaald als er
ook winst is. Dividend moet u los zien van de koers ontwikkeling van een aandeel. Als de koers van een aandeel omhoog gaat hebt u zowel een rendement door de koersstijging als door het dividend. Het bedrag aan dividend is onzeker en elk jaar anders en dat is een groot verschil met de couponrente op een obligatie waarbij van te voren vast staat hoeveel er jaarlijks aan rente zal worden uitbetaald.

De dividendbelasting
Omdat dividend een extra inkomstenbron is, moet in de meeste gevallen dividendbelasting worden betaald. Wat u ontvangt is het netto dividend, dat is het dividend na aftrek van de belasting. Zodra het is uitbetaald, noteert het aandeel van het bedrijf ex dividend. Maar er zijn genoeg bedrijven die ervoor kiezen om juist geen dividend uit te betalen en zo de winst te verhogen. Dat zal de koers van het aandeel in veel gevallen ten goede komen. De echte dividendjagers (zij die alleen op dividend uit zijn) wachten totdat het dividend is uitgekeerd en verkopen het aandeel dan weer. Anderen wachten dat moment niet af, weten dat er binnenkort dividend zal worden uitgekeerd en verkopen hun aandelen juist vlak voordat het zover is. Over koersstijgingen betaalt u immers geen belasting, over een ontvangen dividend wel. Dit zijn ook de momenten dat de koers van een aandeel rare sprongen kan maken. Wie daar handig op inspeelt, kan veel geld verdienen.

Hoeveel belasting op dividend betalen, box 3 of box 2 in 2014 en 2015 of 2016?
De particulier aandeelhouder betaalt in feite geen dividendbelasting. Er wordt wel 15% dividendbelasting ingehouden, maar dat bedrag kunt u weer terugkrijgen via uw aangifte inkomstenbelasting. In box 3 van de inkomstenbelasting is het vermogen belast en niet het rendement op vermogen. Maar u kunt ook een dga zijn. Voor u is er goed nieuws. Het box 2 tarief voor de dividendbelasting bedraagt in 2014 22%, in 2015 en 2016 weer 25%. Dit tarief werd in 2014 tijdelijk verlaagd van 25% naar 22% in de hoop dat u als directeur grootaandeelhouder uzelf meer dividend zult uitkeren en dit bedrag ten goede zult laten komen aan de economie. Deze tijdelijke verlaging met 3% is natuurlijk vooral interessant bij grote bedragen, De uitkerende bv of vennootschap kan de dividendbelasting verrekenen met de betaalde winstbelasting. Voor een teruggave moet dus aangifte inkomstenbelasting dan wel aangifte vennootschapsbelasting worden gedaan. Ook als u in het buitenland woont of daar gevestigd bent is een teruggaaf van de Nederlandse dividendbelasting mogelijk als met het betreffende land een belastingverdrag is gesloten.

Vrijstelling van belasting op dividend en deelnemingsdividend
Een stichting, vereniging of andere rechtspersoon kan vrijgesteld zijn van vennootschapsbelasting. In dat geval vult u het formulier verzoek dividendbelasting, teruggaaf voor rechtspersonen met vrijstelling van vennootschapsbelasting, van de Belastingdienst in. Een deelnemingsdividend tot slot kunt u niet terugvragen, maar wel verrekenen in uw aangifte vennootschapsbelasting. Daarbij gaat het om de gevallen waarbij een vennootschap 5% of meer aandelen in een andere vennootschap heeft.

Is het aantal opdrachtgevers bepalend of u zzp’er bent of niet? Wat is een gezagsrelatie ?

zzpVaak vragen zelfstandige ondernemers zich af of het aantal opdrachtgevers waarvoor in een jaar gewerkt wordt bepalend is of men zzp’er is of niet. Sommige zijn daarbij van mening dat men pas écht een zzp’er is wanneer in ieder geval voor drie verschillende opdrachtgevers in één jaar wordt gewerkt. Is het aantal opdrachtgevers daadwerkelijk van doorslaggevende betekenis om u als zzp’er te kwalificeren of spelen hier andere criteria een rol?

Om te bepalen of u zelfstandig ondernemer bent voor de inkomstenbelasting bekijkt de belastingdienst een aantal zaken. Eén daarvan is wel degelijk het aantal opdrachtgevers dat een ondernemer per jaar heeft. Een zzp’er werkt over het algemeen voor meerdere opdrachtgevers. Maar hoe de belastingdienst precies oordeelt, hangt meer af van uw persoonlijke situatie dan enkel en alleen het aantal opdrachtgevers waarvoor gewerkt wordt. Aspecten als de branche waarin gewerkt wordt, de omzet die behaald wordt, investeringen die gedaan worden, de rechtsvorm waaronder de onderneming opereert, het al dan niet hebben van een gezagsrelatie met de opdrachtgever en  de werkzaamheden die verricht worden, allemaal aspecten die veel belangrijker zijn om u als zzp’er te kwalificeren of niet. Het aantal opdrachtgevers waarvoor gewerkt wordt, speelt uiteraard wel een rol, maar dan veel meer ten aanzien van de eventuele gezagsrelatie dan enkel en alleen voor het kwalificeren van u als zzp’er.
Lees verder Is het aantal opdrachtgevers bepalend of u zzp’er bent of niet? Wat is een gezagsrelatie ?

Afschaffing extra verhoging heffingsvrij vermogen ouderen

ouderenVanaf 2016 vervalt de extra verhoging heffingsvrij vermogen voor ouderen (de ouderentoeslag). Dit heeft gevolgen voor de belasting die u betaalt.
Het kan ook gevolgen hebben voor uw zorgtoeslag, huurtoeslag of kindgebonden budget.

Heeft u vermogen? Dan betaalt u daar belasting over. Maar niet over zijn hele vermogen. Over een deel van het vermogen hoeft u geen belasting te betalen. Dit is het heffingsvrij vermogen. Heeft u de AOW-leeftijd bereikt? Dan kunt u tot en met 2015 recht hebben op een verhoging van het heffingsvrij vermogen. Dit wordt ook wel de ouderentoeslag genoemd.

De extra verhoging van het heffingsvrij vermogen voor ouderen vervalt vanaf 2016 omdat het kabinet de belastingvrijstelling voor inkomen uit vermogen voor iedereen gelijk wil trekken. Ouderen met vermogen worden voortaan dus hetzelfde behandeld als andere burgers met vermogen.

Voor wie geldt dit?
Het vervallen van de extra verhoging van het heffingsvrij vermogen (de ouderentoeslag) heeft alleen gevolgen als u deze in 2015 krijgt.

Wat merkt u van het vervallen van de extra verhoging?
Hij gaat meer belasting betalen. Het kan gevolgen hebben voor zijn zorgtoeslag, huurtoeslag of kindgebonden budget. Andere toeslagen, tegemoetkomingen of eigen bijdragen waarbij het inkomen of vermogen een rol speelt, veranderen of verdwijnen.